Algemeen

Weerstandscapaciteit

Bij weerstandscapaciteit wordt onderscheid gemaakt in:

  • Een incidentele component die als buffer dient voor het tijdelijk opvangen van negatieve exploitatieresultaten en van onvoorzienbare externe ontwikkelingen;
  • Een structurele component die kan worden benut om structurele tegenvallers te compenseren, indien de financiële planning- en control instrumenten onvoldoende soelaas bieden om structurele tegenvallers op te lossen.

Incidentele componenten

De incidentele componenten van het weerstandsvermogen bestaan uit:

  1. De algemene reserve;
  2. De post onvoorzien eenmalig;
  3. De stille reserves.

1. Algemene reserve

In de nota Reserves en voorzieningen 2016 die in juni 2016 door de raad is vastgesteld is het onderscheid in Algemene reserve vrij en Algemene reserve niet vrij besteedbaar vervallen in verband met het niet meer toerekenen van fictieve rente aan reserves. De Algemene Reserve Nuon is ook samengevoegd met de Algemene Reserve. Indien de Algemene reserve substantieel afneemt, verwerken we de structurele rente-effecten in de begroting.

In de nota Reserves en voorzieningen 2016 is als norm vastgelegd dat de gemeentelijke risicobuffer tenminste 10% van de gemeentelijke exploitatie moet bedragen. Met een exploitatiebegroting van € 117 miljoen in 2018 moet de buffer dus minimaal € 11,7 miljoen zijn. De stand van de Algemene reserve bedroeg op 1 januari 2017 (stand jaarrekening 2016 na bestemming) ruim 54 miljoen euro, en is dus ruim hoger dan deze norm. Dit geldt ook voor de komende jaren.

2. Post onvoorzien eenmalig

Jaarlijks wordt binnen de begroting rekening gehouden met een raming voor onvoorziene uitgaven van € 3,50 per inwoner. Dat maakt dat in de begroting een post onvoorzien is opgenomen van € 142.000 voor incidentele uitgaven.

3. Stille reserves

Stille reserves zijn activa die onder de opbrengstwaarde of tegen nul op de balans zijn gewaardeerd. Dat betekent dat de boekhoudkundige waarde lager is dan de reële waarde. Indien de activa verkoopbaar zijn, is de opbrengst bij eventuele verkoop dan éénmalig vrij inzetbaar. In praktijk zijn stille activa echter vaak niet verkoopbaar. Stille reserves van de gemeente Dronten worden daarom op voorhand niet meegenomen bij het bepalen van de weerstandscapaciteit.

Tabel incidentele componenten

In de volgende tabel is aangegeven wat de weerstandscapaciteit is voor het incidenteel opvangen van exploitatietekorten en onvoorzienbare ontwikkelingen:

Incidentele weerstandscapaciteit (algemene dienst)

1-1-2017

1-1-2018

Algemene reserves

54.051.889

49.641.827

Bestemmingsreserves

10.251.990

9.328.913

Onvoorzien

142.000

142.000

Stille reserves

p.m.

p.m.

De bestemmingsreserves zijn opgenomen exclusief de dekkingsreserves voor kapitaallasten en BTW compensatiefonds.

Structurele componenten

Onder de structurele componenten van de weerstandscapaciteit vallen:

  1. De onbenutte belastingcapaciteit;
  2. De post onvoorzien structureel.

1. Onbenutte belastingcapaciteit

De onbenutte belastingcapaciteit van de gemeente Dronten kan onderverdeeld worden in:

  • Onroerende Zaakbelastingen (OZB);
  • Rioolheffingen en afvalstoffenheffing;
  • Leges en andere heffingen.

OZB

De OZB is de belangrijkste lokale belasting. Weliswaar gelden geen maximumtarieven en maximumstijgingspercentages, maar dat betekent niet dat de gemeente zo maar de tarieven mag verhogen. In het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) tussen gemeenten en rijk wordt jaarlijks de macronorm vastgesteld. Ten tijde van het opmaken van deze Programmabegroting is er nog geen percentage bekend.

Om de onbenutte belastingcapaciteit van Dronten te bepalen, wordt de OZB-stijging vergeleken met de toegestane macronorm. Voor 2018 is deze macronorm bepaald op 1,97%. Omdat de macronorm 2018 nog niet bekend is hanteren we in onderstaande berekening de norm van 2017.
In onderstaande tabel is te zien dat er voor 2018 in beperkte mate sprake is van onbenutte belastingcapaciteit in de OZB:

Omschrijving

geraamde opbrengst 2017

maximum 2018

geraamde opbrengst

ruimte

% stijging

1,97%

0,70%

Rioolheffingen en afvalstoffenheffing

De rioolheffingen en de afvalstoffenheffing zijn heffingen voor het gebruik van de riolering en voor het inzamelen van afval. De wet geeft aan dat de (meerjarige) baten niet hoger mogen zijn dan de (meerjarige) lasten.

Het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) 2016 is de basis voor het toekomstig onderhoud aan de riolering. Er is een voorziening Rioolbeheer gevormd om de toekomstige lasten voor het GRP af te dekken. De voorziening Rioolbeheer bedraagt € 16,4 miljoen per ultimo 2017. De voorziening is ontstaan door een overdekking op het rioolbeheer in de afgelopen jaren. In het GRP is aangegeven hoe de rioolheffingen zich de komende jaren ontwikkelen. Dit houdt in dat op dit moment geen rekening kan worden gehouden met een onbenutte belastingcapaciteit binnen de rioolheffingen.

Voor de afvalstoffenheffing is het uitgangspunt 100% kostendekkendheid van de afvalbeheerkosten, waarbij jaarlijks het overschot of tekort wordt verrekend met de egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing. Het saldo van deze egalisatievoorziening wordt weer ingezet om de tarieven (incidenteel) te verlagen of om toekomstige kosten te dekken. De egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing bedraagt afgerond € 1,5 miljoen per ultimo 2017.

Aangezien uitgegaan wordt van maximale kostendekkendheid is geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit in de riool- en afvalstoffenheffing.

Leges en andere heffingen

Uitgangspunt van de leges en andere heffingen is maximale kostendekkendheid van de kosten. Hier is dus geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit.

2. Post onvoorzien structureel

De post structureel onvoorzien is bedoeld om onvoorziene structurele uitgaven te kunnen afdekken. De gemeente Dronten kent geen structurele stelpost voor onvoorzien.

Conclusie

Al met al heeft Dronten slechts een geringe structurele weerstandscapaciteit van € 82.300 in de exploitatie. Dit betreft de onbenutte belastingcapaciteit OZB.