Algemeen

Risico-inventarisatie

Tot de risico’s behoren alle zaken van materiële betekenis voor de financiële situatie, waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd, geen verzekeringen zijn afgesloten of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid.

De gemeentelijke risico’s zijn in te delen in twee hoofdgroepen:

  1. Macro-economisch gebonden risico’s (exogene risico’s);
  2. Organisatiegebonden risico’s (endogene risico’s).

Risicokaart

In onderstaande risicokaart zijn de risico’s opgenomen, onderverdeeld naar kans en impact, waaruit de risicoscore wordt bepaald op basis van kans-score x impact-score. Het aantal risico’s is in onderstaande tabel vermeld:

Risicokaart Dronten

IMPACT (in euro's)

  < 25.000

25.000 tot 49.999

50.000 tot 99.999

100.000 tot 499.999

> 500.000

Score 1

Score 2

Score 3

Score 4

Score 5

K
A
N
S

Zeer groot
(81-100%)
         Score 5

Groot
(61-80%)
         Score 4

2

3

Gemiddeld
(41-60%)
         Score 3

1

4

1

Klein
(21-40%)
         Score 2

2

2

1

Zeer klein
(1-20%)
         Score 1

1

1

3

4

3

Leeswijzer: het getal 3 rechtsonder  op de kaart geeft aan dat er drie risico’s zijn geformuleerd met impact-score 5 en kans-score 1. Deze drie risico’s hebben een risicoscore van 5 x 1 = 5.

Risicoscores

In onderstaand schema zijn de risico’s inclusief risicoscore vermeld. De gewijzigde risico’s en risico’s met een hoge risicoscore (8 en hoger) worden nader toegelicht:

Programmabegroting 2018 Omschrijving risico's:

Programma

Verwachte kans

Verwachte impact

Incidenteel of structureel

Risicoscore

Exogene risico's:

Uitkeringen van het rijk

0

70

500.000

Structureel

20

Transities Sociaal Domein

6

80

2.000.000

Structureel

20

Werkvoorzieningschap IMpact exploitatietekort Wsw

6

70

400.000

Structureel

16

Inkomensdeel Participatiewet

6

50

200.000

Structureel

12

Leerlingenvervoer

4

40

50.000

Structureel

6

Bijstand zelfstandigen

6

50

30.000

Structureel

6

Bodemsaneringen

7

20

500.000

Incidenteel

5

Renteontwikkelingen

0

10

50.000

Structureel

3

Minimabeleid

6

10

50.000

Structureel

3

Regelgeving Vpb en BBV

0

-

-

Structureel

-

Precariobelasting nutsnetwerken

0

-

-

Structureel

-

Endogene risico's:

Bijdrage aan negatief resultaat grondexploitaties*

8

70

4.000.000

Structureel

20

leges omgevingsvergunning

8

70

300.000

Structureel

16

Eigenaarschap sociale huurwoningen MFG Swifterbant

8

50

1.000.000

Incidenteel

15

Programma dienstverlening / BRP

0

50

100.000

Structureel

12

Kosten ICT

0

50

100.000

Structureel

12

Personeel (politiek verlof c.q. detachering) met terugkeergarantie

0

40

200.000

Structureel

8

Procedures subsidies

5

40

50.000

Incidenteel

6

Garantstellingen OFW (WSW-regeling)

8

1

1.250.000

Incidenteel

5

Garantstelling HVC

7

10

970.000

Incidenteel

5

Schade vandalisme

0

40

30.000

Incidenteel

4

Overige garantstellingen

0

5

230.000

Incidenteel

4

Lagere inkomsten begraafplaats

7

40

30.000

Structureel

4

Gladheidbestrijding

2

20

100.000

Incidenteel

4

Garantstelling IMpact

6

10

250.000

Incidenteel

4

Europese aanbestedingen

0

10

150.000

Incidenteel

4

Gebruik accommodaties

0

5

50.000

Incidenteel

3

Reintegratieprocedure personeel

0

5

40.000

Incidenteel

2

Kosten bestuursdwang

0

10

15.000

Incidenteel

1

OFGV kostprijsberekening

7

-

-

Structureel

-

Beheerkosten openbare ruimte

2

-

-

Structureel

-

Totaal

12.645.000

* Risico’s van grondexploitaties worden apart berekend in de perspectiefnota.

Toelichting gewijzigde risico's en risico's met een risicoscore >8

Risico Transities sociaal domein

Toelichting

Het financiële risico op de transities sociaal domein is dat de nieuwe taken niet binnen de overgedragen rijksbudgetten kunnen worden uitgevoerd. Onderstaand worden de risico's per transitie nader toegelicht. De transities brengen risico’s met zich mee die zich nog moeilijk financieel laten vertalen. Het Rijk heeft voor de Wmo en de Jeugdwet nieuwe objectieve verdeelmodellen ontwikkeld die gefaseerd ingevoerd zijn per 2016. Dit levert voor jeugdhulp zoals verwacht een stevig tekort op. Ook bij de Participatiewet is een extra korting doorgevoerd.

Beheersmaatregel

Door een goede monitoring van budgetuitputting te organiseren houden we continu zicht op de uitgaven, zodat we snel kunnen bijsturen wanneer dit nodig is. Daarnaast is eind 2014 een bestemmingsreserve transities sociaal domein gecreëerd (samenvoeging van een drietal bestaande reserves ter hoogte van € 2 miljoen) om overgangskosten in de eerste jaren te kunnen opvangen. In 2015 en 2016 is per saldo 2,6 miljoen aan deze reserve toegevoegd. Dit positieve saldo is relatief gezien de forse taakstelling voor komende jaren. Voor 2017 is er voorzien dat  er 1,7 miljoen onttrokken zal worden om begrote tekorten en incidentele kosten te dekken. Voor 2018 is een onttrekking van 2,3 miljoen begroot. Na een ingroei periode van vier jaar zouden de rijksmiddelen structureel toereikend moeten zijn. In 2018 wordt het beleid sociaal domein geëvalueerd.

Risico’s transitie Wmo/AWBZ

Toelichting

De transitie Wmo/AWBZ bevat onder meer de volgende risico’s:

  • Het aantal inwoners dat een beroep doet op de Wmo neemt toe;
  • Meer gebruik van duurdere zorg dan verwacht;
  • Juridische risico’s (toename bezwaarschriften/uitspraken Centrale Raad van Beroep);
  • Onvoldoende gebruik van voorliggende algemene voorzieningen;
  • Toename van verwarde mensen in schrijnende omstandigheden;
  • Toename van ontregelde huishoudens van mensen met verstandelijke beperkingen en/of geestelijke gezondheidsproblemen;
  • Faillissement zorgaanbieders.

Beheersmaatregel

Om bovenstaande risico’s te beperken zijn de volgende maatregelen getroffen:

  • Een deel van ons budget reserveren we voor onvoorziene uitgaven in een stelpost;
  • Door de contractering te baseren op kostprijzen betalen we de werkelijke kosten in plaats van de kosten op historische grondslag;
  • Opgedane ervaringen worden verwerkt in de inkoopovereenkomsten 2018.
  • Door de eenduidige toegang en werkwijze werken we integraal, vraag- en resultaatgericht. Oplossingen zullen meer gevonden worden in het sociaal netwerk en algemene voorzieningen. We werken samen in het, waar nodig, opstellen van één plan van aanpak voor ondersteuning en zorg van inwoners. Het financiële risico neemt in 2016 iets af door stijgende budgetten. Maar omdat vanaf 2018 weer een daling van het budget wordt voorzien is dit niet structureel.
  • Met de doorontwikkeling van het interventieteam en de samenwerking met verschillende partijen wordt ingezet op het verbeteren van de samenwerking tussen het interventieteam en de crisisdienst van de GGZ. In regionaal verband wordt het functioneren van de crisisdienst GGZ besproken en afspraken gemaakt over oplossingen.
  • De gemeente contracteert aanbieders via de methode bestuurlijk aanbesteden. Wij sturen op een breed palet aan aanbieders om risico te spreiden zodat ingeval van faillissement andere aanbieders de cliënten kunnen overnemen en continuïteit van zorg voor onze inwoners zoveel mogelijk gegarandeerd wordt.

Risico’s Jeugdwet

Toelichting

Met het gefaseerd doorvoeren van het objectieve verdeelmodel in 2016 neemt het financiële risico bij de Jeugdwet behoorlijk toe. De gemeente Dronten heeft door de compensatieregeling voogdij extra middelen ontvangen. Desondanks blijft sprake van een aanzienlijke verlaging van het budget ten opzichte van 2015 en 2016. Bij de Jeugdwet is er naast dit financieel risico (ontoereikend budget) ook sprake van de volgende risico's:

  • De uitvoering van beleid geeft niet de gewenste resultaten of leidt tot ongewenste resultaten.
  • De Centrumregeling en het Dienstverleningshandvest worden in 2017 aangepast, de wijzigingen gaan na instemming van de raad, per 1 januari 2018 in. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de afschaffing van de landelijke dbc-systematiek van de jGGZ, er dient een nieuwe financieringssystematiek gekozen en geïmplementeerd te worden. Daarnaast is besloten de basis-jGGZ, de specialistische jGGZ en de dyslexiezorg ingaande 2018 lokaal in te kopen (al dan niet in samenwerking met andere gemeenten in de regio). En de administratieve afhandeling (facturering en verantwoording) vindt zoveel mogelijk plaats op lokaal niveau.
  • Faillissement zorgaanbieders.

Beheersmaatregel

  • Wij volgen in deze beleidsperiode de uitvoering intensief. Ook leggen wij het beleid niet in beton vast, maar zijn wij bereid op basis van de praktijk het beleid tussentijds aan te passen.
  • Vanaf juli 2017 is een aantal regionale themagroepen gestart die opdracht hebben om de overgang per 1 januari 2018 zo soepel mogelijk te laten verlopen. De themagroepen werken zoveel mogelijk conform de landelijke handreikingen waardoor het afbreukrisico beperkt is. Verder is afgesproken dat de Flevolandse gemeenten waar mogelijk dezelfde financieringsstructuur kiezen en vereisten stellen om een zachte landing voor de aanbieders mogelijk te maken en de administratieve lasten te beperken.
  • De gemeente contracteert aanbieders via de methode bestuurlijk aanbesteden. Wij sturen op een breed palet aan aanbieders om risico te spreiden zodat ingeval van faillissement andere aanbieders de cliënten kunnen overnemen en continuïteit van zorg voor onze inwoners zoveel mogelijk gegarandeerd wordt.

Risico’s Participatiewet / herstructurering SW-bedrijf

Toelichting

De financiële kaders van de Participatiewet bevatten onder meer de volgende risico’s: de doelgroep wordt groter, meer mensen doen een beroep op bijstand en de beschikbare re- integratiemiddelen lopen terug (oplopend tot 21% in 2018). Het Wsw-budget maakt vanaf 1 januari 2015 onderdeel uit van het Participatiebudget. Ook dit brengt risico’s met zich mee, omdat de beschikbare middelen voor mensen met een Wsw-indicatie omlaag gaan, de pensioenkosten fors stijgen door het stopzetten van nieuwe instroom, de huidige omzet van het SW-bedrijf onder druk staat en het rijk geen herstructureringsfaciliteit meer beschikbaar stelt. In de kadernota 2014 is aangegeven dat de uitvoering van de Participatiewet binnen de door het rijk beschikbaar gestelde kaders dient plaats te vinden. Een uitzondering hierop zijn de genoemde exploitatietekorten van het SW-bedrijf dat onderstaand als apart risico is benoemd.
In het beleidsplan TSD is voor de Participatiewet een knip gemaakt tussen de jaren 2015 - 2016 en de periode vanaf 2017. Dit in afwachting van de resultaten van de business case uitvoering Participatiewet/ WSW. Inmiddels is berekend dat de business case om te beginnen circa € 70.000 oplevert. Deze bijdrage aan de begroting van de Participatiewet is niet voldoende om het tekort op te lossen. Dit vraagt naar alle waarschijnlijkheid om een heroverweging van het beleidsplan TSD – deel Participatiewet. Voor de jaren 2017 en 2018 worden de hogere uitgaven gedekt vanuit de bestemmingsreserve sociaal domein. Vanaf 2019 is het risico op hogere uitgaven dan het financiële kader Participatiewet nog aanwezig.

Beheersmaatregel

Binnen het project Participatiewet richt 1 onderdeel zich op de business case Participatiewet samen met IMpact en de gemeente Kampen (zie onderstaande toelichting bij sociale werkvoorziening). Daarbij wordt ook meegenomen of er een werkvorm mogelijk is voor de uitvoering van de Wsw en Wwb waarbij we binnen de financiële kaders van de Participatiewet kunnen blijven zodat er meer budget beschikbaar blijft voor re-integratie van de brede doelgroep.
Op grond van het projectplan Participatiewet worden maatregelen uitgewerkt die kunnen leiden tot een heroverweging van het beleidsplan TSD-deel Participatiewet. Bij die maatregelen worden de risico’s benoemd en afgewogen.

Risico op  bijdrage in exploitatietekort werkvoorzieningschap Impact (Wsw)

Toelichting

IMpact voert de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit voor de gemeenten Kampen en Dronten via een gemeenschappelijke regeling. Deelnemende gemeenten dragen naar rato bij aan een eventueel exploitatietekort. Dronten draagt 25% van de tekorten van IMpact. Vanaf 2011 staat de gemeente garant voor geldleningen van IMpact bij de BNG. Voor die  garantstelling heeft Dronten een 1e hypotheek gevestigd op de bedrijfslocatie van IMpact in Dronten. Dit risico is onder garantstellingen opgenomen.
Ter voorbereiding op de Participatiewet heeft IMpact het Ondernemingsplan 2013 – 2017 opgesteld. Dit plan bouwt verder aan het gekozen scenario door de beide gemeenten; arbeidstoeleidingsbedrijf dat allianties aangaat met bedrijven. In dit plan is een meerjarenbegroting opgenomen. IMpact heeft het jaar 2016 afgesloten met een verlies van € 690.000. Meerjarig loopt het begrote tekort op de Wsw op naar 1,9 miljoen in 2020.

Beheersmaatregel

De gemeenten volgen en beoordelen de ontwikkelingen bij IMpact kritisch o.a. middels maandrapportages. Daarnaast houdt de gemeente zich aan de beleidskaders die ten grondslag liggen aan het gekozen ontwikkelscenario voor Impact: arbeidstoeleidingsbedrijf met allianties. De herstructureringsmaatregelen die IMpact vanaf 2012 invoert richten zich op het optimaliseren van dit uitvoeringsmodel. Dit houdt onder andere in dat de gemeente IMpact ook inzet voor de re-integratie van Wwb-ers. In 2014 is de visie op de uitvoering van de Participatiewet, Dronten@work vastgesteld. Deze visie leidt tot een aantal vervolgtrajecten. Eén daarvan is een business case waarin o.a. gekeken wordt hoe de gemeente de Wsw in de toekomst wil uitvoeren en wat de rol van IMpact hierin is. Daarbij wordt ook meegenomen of er een werkvorm mogelijk is voor de uitvoering van de Wsw en de Wwb waarbij we binnen de financiële kaders van de Participatiewet kunnen blijven. In de business case trekken we samen op met IMpact en de gemeente Kampen. Voor de jaren 2017 en 2018 is het begrote tekort die door de gemeenten moet worden aangevuld in de begroting verwerkt. Vanaf 2019 is dit financiële risico nog aanwezig.

Risico inkomensdeel P-wet

Toelichting

In 2017 zijn de voorlopige rijksbijdragen verhoogd. Dit op basis van het (nieuwe) objectieve verdeelmodel 2017.  We zien echter dat de instroom van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt ook toeneemt. Voor 2018 wordt een verdere doorontwikkeling van het model van 2017 verwacht. Dit omdat het model een aantal moeilijk te verdisconteren uitschieters laat zien. De stapelings- en interactie effecten zullen dan ook door de raad van financiële verhoudingen nader onderzocht worden, waarbij twijfel is over de toereikendheid van het macrobudget. De uitschieters zitten niet in de aantallen, maar in het budget. Dit duidt op prijseffecten. De raad voor financiële verhoudingen wil onderzoeken of het mogelijk is de prijscomponent en in het bijzonder de factor deeltijdwerk te objectiveren.
Voor 2015 en 2016 was de uitkering voor Dronten flink lager uitgevallen. Voor beide jaren loopt een bezwaar tegen de hoogte van de uitkering, waarvan de basis voor de berekeningsgrondslag niet overeenkomt met onze gegevens. In afwachting van het nieuwe verdeelmodel zijn beide zaken niet behandeld. Het beeld over 2017 met de voorlopige vaststelling lijkt positiever uit te vallen. Of dit beeld ook vastgehouden kan worden is onzeker. Tekorten tot en met 5 procent moeten binnen de eigen begroting opgelost worden. Voor tekorten tussen de 5 en 12,5 procent is een rijksbijdrage mogelijk.
Beheersmaatregel
In 2013 is de bestemmings-reserve inkomensdeel ingesteld. Voor incidentele overschrijdingen wordt deze bestemmingsreserve ingezet. Deze reserve is echter niet toereikend om meerjarige tekorten op te vangen. In de uitvoering zetten we optimaal in op de poortwachtersfunctie, arbeidsbemiddeling en handhaving om instroom te beperken en uitstroom te bevorderen en daarmee de uitgaven op het inkomensdeel te beperken.

Risico Uitkeringen van het rijk

Toelichting

De algemene uitkering gemeentefonds is afhankelijk van de rijksuitgaven (samen de trap op en samen de trap af) en van wijzigingen in het verdeelmodel van de algemene uitkering. Forse kortingen kunnen leiden tot een meerjarig niet sluitende begroting.

Beheersmaatregel

In de Programmabegroting 2015 zijn bezuinigingsvoorstellen doorgevoerd om het begrotingstekort 2015 en 2016 af te dekken. Omdat de meerjarenraming nu sluitend is zijn verdere bezuinigingsmaatregelen niet nodig.
De algemene uitkering is bij de mei circulaire 2017 in positieve zin bijgesteld waardoor de uitkering hoger uitvalt dan in de kadernota 2018 was berekend. De uitkering Sociaal Domein is hierin niet meegenomen. De kortingen en financiële effecten daarvan zijn bovenstaand benoemd onder het risico transities Sociaal Domein.

Risico precariobelasting nutsnetwerken - vervallen

Toelichting

In 2017 is de wetgeving precariobelasting definitief aangepast. De overgangstermijn is door de Tweede Kamer teruggebracht naar 5 jaar waarin nog maximaal het tarief 2016 kan worden opgelegd. Ingaande 2022 is er dan sprake van een structureel lagere opbrengst ten opzichte van 2016 van ruim 900.000 euro.
Op basis van het door de Tweede kamer aangepaste wetsvoorstel is nagegaan op welke wijze we willen omgaan met precariobelasting. In de kadernota 2018 is voorgesteld de precario voor 2018-2021 op het niveau van 2016 te houden maar in de begroting de opbrengsten vanaf 2018 jaarlijks af te ramen met 100.000 euro per jaar. De meeropbrengsten in de 1e 4 jaar worden gereserveerd om de daling in 2022-2025 op te vangen. Hiermee is het risico vervallen omdat de begroting ingaande 2018 is aangepast aan de nieuwe wetgeving.

Risico grondexploitatie: risico op tekorten voor algemene dienst

Toelichting

Wanneer tekorten en afwaarderingen in de grondexploitatie niet binnen de algemene reserves van de grondexploitatie kunnen worden opgevangen, dient vanuit de algemene reserve een aanvulling plaats te vinden op de algemene reserve Grondexploitatie. De woningmarkt vertoont een licht herstel. Dit is ook verwerkt in het woningbouwprogramma dat in juni 2016 is vastgesteld (woonvisie 2016-2021). Bij de uitgifte van de bedrijventerreinen zien we de effecten van het huidige lichte economisch herstel nog niet terug in de verkoop van bedrijfskavels.
De gewijzigde voorschriften van de BBV en de daaruit volgende noodzakelijke beheermaatregelen voor complexen met een looptijd langer dan 10 jaar vormen een aanzienlijk risico. Ook de gevolgen van de invoering van de Wet op de Vennootschapsbelasting (VpB) hebben een negatief effect op de geprognosticeerde resultaten. Bij het opstellen van de slotrapportage 2016 en de perspectiefnota 2017 (bij de jaarrekening 2016)  zijn deze effecten financieel verwerkt. In november 2016 is een nieuwe nota grondbeleid aan de raad aangeboden waarin de wijzigingen BBV en VpB zijn verwerkt.

Beheersmaatregel

Grondexploitaties worden zowel bij de slotrapportage als bij de jaarrekening geactualiseerd en er wordt strak gemonitord op de voortgang en financiële stand van zaken. Indien tussentijds substantiële wijzigingen voordoen, worden deze indien nodig aan de gemeenteraad voorgelegd ter besluitvorming. Woningbouwprognoses worden periodiek bijgesteld. In 2014 is een aantal maatregelen genomen om een negatief resultaat op grondexploitaties te beperken. Ook zijn de parameters voor opbrengst- en kostenstijging voor de periode 2013-2017 aangepast. In juni 2016 is de woonvisie 2016-2021 vastgesteld met een indicatief woningbouwprogramma van 250 woningen per jaar. De stand van de reserve grondexploitatie per 1-1-2017 is nihil. Bij de jaarrekening 2016 was een aanvulling op het negatieve resultaat nodig in verband met het treffen van een voorziening voor de Poort van Dronten als gevolg van de gewijzigde BBV voorschriften.

Risico eigenaarschap sociale huurwoningen MFG Swifterbant

Toelichting

Door de raad is in mei 2016 ingestemd met het voorstel tot eigenaarschap en exploitatie van de 30 te bouwen sociale huurwoningen in het project MFG Swifterbant. Om de voortgang van het project niet te belemmeren is besloten tot een voorlopige 100% gemeentelijke rol bij deze woningen. Andere partijen zijn op dit moment (nog) niet in beeld. Dit laat onverlet dat onverminderd (ook na oplevering) gezocht zal worden naar marktpartijen die de rol van de gemeente willen overnemen (eigenaarschap en exploitatie). Indien een partij wordt gevonden gedurende de looptijd van de exploitatie treedt een zogenaamd uitpondscenario op. Bij een onmiddellijke uitponding is een extra afschrijving van maximaal 2.000.000 euro noodzakelijk omdat corporaties en commerciële beleggers een hogere disconteringsvoet hanteren dan het rendement van 3,5% waar de gemeente meer rekent. Vanwege aflossing zal deze extra afschrijving gedurende de exploitatieduur steeds lager worden. Er zijn ook scenario’s denkbaar dat een maatschappelijk belegger genoegen wil nemen met een lagere disconteringsvoet. Daarom is de kans dat het risico zich voordoet ingeschat op 50%.

Beheersmaatregel

Ten tijde van het opstellen van deze begroting zijn de ontwikkelingen MFG Swifterbant in een nieuw daglicht komen te staan. De nieuwe denkrichting, zoals die in het najaar 2017 in de raad wordt geagendeerd, gaat uit van een ontwikkeling op de locatie Kombuis. Voor deze nieuwe opzet van het MFG zijn ook reeds verkennende gesprekken gevoerd met OFW over hun mogelijke rol hierbij. De intenties van OFW zijn om de 30 sociale woningen te ontwikkelen en te exploiteren. Een besluit hierover zal de Raad van Commissarissen van OFW in het najaar 2017 nemen. Bij een negatief besluit van de raad en/of OFW zal bovenstaande tekst en het bijbehorend risico onveranderd van kracht blijven. Indien het voorstel wel wordt omarmd zal dit risico in de opzet zoals deze nu is omgeschreven en verantwoord komen te vervallen.

Risico leges omgevingsvergunningen

Toelichting

Afgelopen jaren is geconstateerd dat de inkomsten op leges omgevingsvergunningen (activiteit bouw) achterblijven op de begrote inkomsten. Ook de wetswijziging in november 2014 voor vergunningsvrij bouwen en het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen 2017 leiden mogelijk tot lagere inkomsten. Het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het Bouwen (WKB) zal in 2018 gefaseerd in werking treden. Er is een aantal onderzoeken verschenen naar de verwachte effecten voor de gemeenten. Er zullen een aantal taken verdwijnen en hierdoor ontstaat tijd voor taken die nu niet of onvoldoende aandacht krijgen. De verwachting is dus niet direct formatieve gevolgen, maar een direct effect is wel een te verwachten nadelig financieel effect van gemiddeld 17% op de legesinkomsten voor bouwwerken gevolgklasse 1 (voor Dronten zou dit een nadeel van 180.000 euro betekenen). Als uiteindelijk het wetsvoorstel definitief is kan pas goed ingeschat worden wat de werkelijke effecten zijn voor de gemeenten.

Beheersmaatregel

Bij de legesverordening 2016 is besloten de legestarieven omgevingsvergunningen voor 3 jaar (2016-2018) met 10% te verhogen waarmee de maximale kostendekkendheid van deze leges beter wordt benaderd en de inkomsten beter aansluiten bij de begroting. Deze maatregel heeft in 2017 echter nog niet geleid tot aansluiting van de inkomsten bij de begroting.

Risico kosten ICT

Toelichting

Op het gebied van ICT gaan de ontwikkelingen snel en worden steeds hogere eisen gesteld. Het risico blijft aanwezig dat de komende jaren zowel incidenteel als structureel hogere kosten ICT noodzakelijk zijn. Naast financiële risico's speelt bij ICT ook het risico informatieveiligheid.
Beheersmaatregel
De teammanager IM (informatiemanagement) is verantwoordelijk voor beheersing van de ICT budgetten. In 2013 is een ICT-adviesgroep ingesteld die zich richt op ontwikkelingen en prioritering van ICT. In 2017 is een nieuw meerjarig informatiebeleidsplan opgesteld waarbij ook extra middelen zijn aangevraagd die in deze begroting 2018 zijn verwerkt.
Het informatieveiligheidsbeleid is in juli 2014 door het college vastgesteld. In december 2015 is het informatieveiligheidsplan vastgesteld, waarmee invulling wordt gegeven aan het borgen van informatieveiligheid vanuit de risicoscan die in 2015 is uitgevoerd.

Risico programma dienstverlening/BRP

Toelichting

Er is een risico op hogere lasten als gevolg van ontwikkelingen in het "Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid (i-NUP) en aanvullende eisen van het rijk. Een ontwikkeling waarvan de financiële impact op dit moment nog onduidelijk is betreft de modernisering GBA (Basisregistratie Personen = BRP). De gevolgen van dit risico zijn deels structureel en deels incidenteel. Inmiddels heeft de minister in juni 2017 besloten tot een periode van bezinning, deze duurt tot januari 2018. In deze periode wordt onderzocht of- en zo ja op welke manier de operatie BRP wordt uitgevoerd en wat daarin de planning wordt. De consequenties hiervan worden in 2018 uitgewerkt.

Beheersmaatregel

Egem-I en de uitvoering van NUP is ondergebracht in het programma dienstverlening. De programmamanager is verantwoordelijk voor monitoring van het beschikbare budget. Wat betreft de voorbereiding op het BRP is in 2017 het proces binnengemeentelijke levering persoonsgegevens geoptimaliseerd en worden in 2018 de brondocumenten gedigitaliseerd.

Risico personeel

Toelichting

Op dit moment zijn 2 ambtenaren in hun woonplaats wethouder, deze ambtenaren zijn met politiek verlof. Op het moment dat zij geen wethouder meer zijn, kunnen zij weer aanspraak maken op een functie bij de gemeente. Aangezien hun functies inmiddels weer zijn ingevuld, worden zij op dat moment boven-formatief wanneer er geen passende functie beschikbaar is. Daarnaast zijn 3 collega's voor een langere periode gedetacheerd. Wanneer deze detachering wordt beëindigd is het ook onzeker of op dat moment een passende functie voor deze collega's beschikbaar is.

Beheersmaatregel

Op het moment dat een collega aangeeft aanspraak te maken op de afspraken binnen het politiek verlof c.q. terugkeergarantie wordt gezocht naar een passende functie. Wanneer geen passende functie beschikbaar is, wordt een traject van werk naar werk gestart waarbij een periode van 2 jaar geldt. Zonder resultaat wordt daarna een ww-traject gestart. We kiezen er op dit moment niet voor een voorziening te treffen, aangezien het zeer onzeker is of en wanneer iemand gebruik zal maken van de regeling.

OFGV kostprijsberekening - vervallen
Toelichting
Het bestuur OFGV heeft in 2017 een herziene kostprijsberekening vastgesteld. De financiële gevolgen hiervan zijn in de begroting 2018 verwerkt en daarmee is het risico vervallen.

Beheerkosten openbare ruimte - vervallen
Toelichting
In 2016 is het beheerplan wegen geactualiseerd (2016-2020). Daarmee is het risico vanuit het vorige beheerplan vervallen. Ook is voor de hogere kosten van onkruidbestrijding in de begroting 2016 structureel extra budget opgenomen.

Risico regelgeving Vpb en BBV - vervallen

Toelichting

De financiële gevolgen zijn in de begroting 2018 verwerkt.